Vertrouw op god

Het zal menigeen verbazen hoe lang je over een kilometer of vijfhonderd kunt doen, zelfs als de weg verhard is. Ons record hier is zeventien uur, zonder vertraging. Het is maar goed dat ik in de nachtbus in slaap val, want als ik mijn ogen open heb raak ik in een panische staat, omdat ik zeker weet dat het niet lang meer kan duren voordat we een dodelijk ongeval gaan meemaken.Inspiratie om mijn doodsvisioenen te voeden krijg ik genoeg: als er zich niet een diep ravijn direct naast ons bevindt, dan rijden we wel over een weg die waarschijnlijk sinds voltooiing niet meer is onderhouden, met geslinger en gestuiter tot gevolg. Meestal wordt aan beide voorwaarden voldaan en is de enige beschikbare weg tweebaans, met een inhaalverbod waar niemand zich aan houdt. Geen wonder, want om de zoveel kilometer rijdt er een logge vrachtwagen niet harder dan 30 kilometer per uur op de rechterbaan. 

Mijn angst om door de voorruit te vliegen is niet ongegrond. Het aantal verkeersongelukken in Iran is schrikbarend hoog (een dode per half uur las ik ergens) en de rijstijl is er een van eten of gegeten worden. Voordat je een auto inhaalt, nader je hem tot op minder dan één meter, waarna je met een plotselinge ruk de andere weghelft opstuift, om eventueel te constateren dat daar net een tegenligger aan komt. Mogelijk word je tijdens deze manoeuvre zelf verrassenderwijs gepasseerd en probeert iemand zich nog net vóór jou in een te kleine ruimte tussen twee bussen te frommelen, zodat de tegenligger hem niet schept. Of jij liever tussende voorwielen van de tegenligger of in het ravijn verdwijnt moet je zelf maar uitzoeken.

Tot nu toe hebben we nog maar een klein ongeluk gehad. Hoe het kon gebeuren is een raadsel, maar de bus raakte zijdelings een vrachtwagen. Niet dat het veel uitmaakte, want geen van beide wagens leek van plan zelfs maar te stoppen. Pas een minuut of vijf na het voorval stak de bijrijder zijn hoofd uit het raam om te zien wat er allemaal in de kreukels lag. Uit de koele reactie begrijp ik dat het verlies van een buitenspiegel bij de ontstellend lage ritprijs inbegrepen was.

Omdat het verkeer zo’n zenuwslopend en riskant gedoe is, hebben de Iraniërs allerlei bijgeloofjes die hen moeten behoeden voor een frontale botsing. Zo geloven sommigen dat het tegen zeventig ongelukken beschermt als je ‘s ochtends een muntje gooit in de collectebus voor armen. Wie dat is vergeten moet maar vertrouwen op de onbaatzuchtige hulp van god. De meeste bussen zijn getooid met een naam op de voorkant (vaak in verknipt Engels en zonder enige relatie met de werkelijkheid: ‘beutiful’, ‘reicer’) en een boodschap aan Allah op de achterkant (‘in God we trust’).

Van binnen zijn de bussen redelijk modern, voorzien van een tank met koud drinkwater, een televisie waarop steeds een andere Iraanse film met telkens dezelfde acteurs speelt en een lichtkrant. Daarop passeren in twee talen instructies aan de passagiers. ‘Please refrain from being too noisy’ (dat is nooit een probleem), ‘let us teach our children to obey the safety rules’ (dit gaat prima; nog nooit zulke rustige kinderen meegemaakt) en ‘dear Lord, make this a safe journey for us. Praise be upon Mohammad and his tribe’ (werkt dus redelijk, ik hoop dat het nog een paar laatste kilometers effect blijft hebben).

Laat een reactie achter

Subscribe Naar boven