PS06 – Het dilemma van de dakloze

Het is de zoveelste keer dat ik de uiteinden van mijn hoofddoek moet inzetten als zakdoek. Na ruim een uur wachten is er dan toch een bus gekomen en een afscheid. We vertrekken. We vertrekken hier aan de lopende band, want we zijn op reis. Maar we zijn ook op bezoek; bij vrienden waarvan we niet wisten dat we ze hadden.

1.
Salman, die wat weg heeft van een stripfiguur en sarcastische, soms theatrale grapjes maakt die niet voor iedereen als zodanig herkenbaar zijn. Op een met kussens overladen plateautje doen we ons te goed aan pistachenoten, terwijl hij uitlegt waarom de boeken van zijn naamgenoot de censuur tot razernij hebben gebracht. In Rushdies Duivelsverzen wordt immers de suggestie gewekt van objectieve feiten, terwijl het relaas met de ware historie van de islam niks te maken heeft. Dat soort kwetsende laster hoeft niet vrij verkrijgbaar te zijn. Tenslotte heeft de Iraanse regering Salman Rushdie nog uitgenodigd om te bewijzen dat hij de waarheid sprak in zijn voetnoten, zodat de officiële geschiedschrijving aangepast zou kunnen worden. Mooi dat hij daarop niet heeft gereageerd.

Wij vertellen over Reve en god de ezel, en over ons land waar iedereen wil zeggen wat hij denkt, omdat dat vrijheid is van meningsuiting. Of in ieder geval een onwrikbare verworvenheid. Al wordt niet altijd duidelijk voor wie en met welk doel. En dat je hier als je daarin geen zin hebt niet getrouwd hoeft te zijn om een hotelkamer te delen. En dat wij – we kunnen het nu wel zeggen – dat ook niet zijn. Al vullen we onze huwelijkse staat wel steeds netjes in op de registratieformulieren bij de receptie. Ons controleren ze toch niet. Salman wel. En al heeft hij ruimdenkende ouders, het is onbespreekbaar dat zijn verloofde bij hem thuis langskomt zolang hij thuis woont. Om over de restricties die haar ouders stellen maar niet te spreken.

2.
Natuurkundige Maryam, die ons uitlegt waarom de lichtjes van Teheran lijken te bewegen wanneer we ’s avonds vanuit de bergen op de stad neerkijken. En die geen zin meer heeft om te blijven bij die ene jongen die zo mooi piano speelt, omdat ze welbeschouwd voornamelijk ruzie maken. Hier in Iran zijn de sociale omgangsvormen geperverteerd door een jarenlange segregatie tussen de seksen, constateert ze spijtig. Als jongens en meisjes op de universiteit eindelijk eens in dezelfde klas terecht komen, kunnen ze onmogelijk anders dan elkaar als lustobjecten beschouwen. Dat voor lief nemen, omdat trouwen lekker stabiel en statusverhogend is, daar begint ze niet aan. De keuze tussen een makkelijk huwelijk en een goede promotieplaats is snel gemaakt.

Vrouwen hier zijn opgesloten. In hun knielange manteaus en in sociale en politieke conventies. Ze mogen dan wel autorijden, studeren en werken; de regering stelt tegelijkertijd doodleuk voor om getrouwde vrouwen niet langer zonder formele toestemming van hun man op reis te laten gaan. En die promotieplaats over de grens is zónder het obstakel van een man al lastig te realiseren voor inwoners van het land dat mogelijk een geheim nucleair wapenprogramma heeft.

Zolang ik er niet aan denk valt het mee, maar ze heeft gelijk. Hier zijn is opgesloten zijn in de blikken van voorbijgangers en in wetten over met wie je je in het openbaar mag vertonen en in welke kleding. Dat geldt voor mannen evenzeer. In ieder nieuw huis waar ik logeer kost het me minstens een dag om in te schatten of de bewoners conservatief zijn of liberaal. Bij iedere fontein besef ik dat ik het wel kan vergeten een duik te nemen. En zelfs in het midden van de woestijn, waar geen levende ziel te bekennen is om aanstoot aan mij te nemen, ziet men toe op mijn correcte gedrag. “In Iran dragen we de hejab”, zo doceert de taxichauffeur als ik mijn hoofddoek op de zandvlakte afdoe om er een wesp uit te laten ontsnappen.

3.
Alle mensen op straat die ons willen helpen met het oplossen van al onze mogelijke problemen. Ze schrijven het adres van de dierentuin in ons notitieboekje wanneer we op zoek zijn naar een kameel om op te rijden, ze verlaten hun koele café om te laten zien in welke winkel de modernste dameskleren te vinden zijn, ze informeren of het bankpersoneel wel goed genoeg Engels spreekt, ze verontschuldigen zich voor de dagelijkse stroomuitval, ze smeken ons om te komen ontbijten, te lunchen, te blijven en nooit meer weg te gaan.

Ja, het is pijnlijk dat weggaan hier definitief is. Dat het idee van de kleine wereld waar je elkaar nog eens tegen het lijf zult lopen niet opgaat op het moment dat de ander geen paspoort heeft, geen visum en geen geld om de grens te passeren.

Hoe het afloopt met praatgrage Niloofar van acht, die kan tellen in het Engels en het voortouw neemt tussen alle meisjes uit het bergdorp, met een rebelse moeder gehuld in chador en een vader die lid was van de revolutionaire garde en wacht op een zoon, zal ik alleen te weten komen als ik nog eens op bezoek kom. Zal ze haar privé-leven onderwerpen aan de wensen van de wijze mannen? Of zal ze haar gedachten ordenen en ook afscheid nemen? Ik zou niet eens weten wat beter is, zelfs voor wie de ayatollahs in de regering niet mag: te blijven in de zorgzame beklemming van Iran of te vluchten naar de absolute vrijheid en alles zelf maar uit te zoeken. Het is het dilemma van de dakloze die een nacht in de gevangenis verkiest.

Wie creatief is kan hier best gelukkig zijn. En zij weet, net als ik, haar hoofddoek op vele manieren in te zetten. Om tikkertje mee te spelen, of zakdoekje leggen.

Gepubliceerd in Waterstof.

Laat een reactie achter

Subscribe Naar boven