Belgische deugden: spaarzaamheid
Kom maar eens om Belgische deugden! Peter Paul Rubens en Dimitri Verhulst willen mij nog te binnen schieten als positieve bijdragen aan de wereld, maar daarna worden mijn gedachten lamgeslagen door een terugkerend ‘stoemp’ dat zeker niet in aanmerking komt voor een nominatie in de deugdelijkheid.
En met wat toevallige kunstenaars zijn we nog niet bij de Belgische volksaard. We weten: Duitsers zijn precies, Nederlanders zijn zuinig, Fransen zijn dol op stokbrood en Engelsen zijn droogkomisch. Belgen, daarentegen, zijn voor de ongeoefende oberveerder niet makkelijk te duiden. Gelukkig kan ik na enkele weken zorgvuldige studie het volgende mededelen: alles wat de Nederlander volgens de boeken is, dat is de Belg in de praktijk.
Neem spaarzaamheid. Zelden betrap ik in Nederland mensen op het verwoed sparen van zegeltjes. Integendeel: regelmatig slaat iemand met nauwelijks verholen ergernis een aanbod voor spaarpunten van een goedbedoelende caissière af.
De reden dat in Brussel de rijen voor de kassa gemiddeld tot aan het eerste gangpad van de supermarkt reiken is, zo weet ik inmiddels uit de praktijk, dat iedere klant vlak voor betaling een stapel verfrommelde bonnetjes uit de binnenzak haalt. Deze bonnetjes komen uit zorgvuldig uitgeplozen huis-aan-huisfolders, uit houdertjes gemonteerd aan schappen met producten die deze week extra aandacht verdienen, en het schijnt zelfs zo te zijn dat werkgevers hun werknemers in bonnen uitbetalen (dit land verkeert werkelijk volgens alle gangbare criteria in staat van oorlog).
De juffrouw van de kassa – die daar toch betrekkelijk weinig opleiding voor heeft genoten – dient dat allemaal te verwerken. Als je weet dat het contante geld hier ook nog eens fier bovenaan lijkt te staan in de rangorde van handige betaalmiddelen, dan begrijp je hoe het komt dat de service aan die ene bebonde klant ten koste gaat van de service aan de meestal zevenendertig wachtenden achter hem.
Terwijl de kassajuffrouw met de ene hand een bon tegen het licht houdt en controleert op mogelijke tekenen van falsificatie, zet zij met de andere hand een paraafje op een lijst met een tabel met lange nummers en scant ze met de derde een coupon met streepjescode én de bon van het statiegeld. Vervolgens maakt ze met haar tanden een nieuwe rol muntjes van lustig circulerende één en twee centen open en telt nauwkeurig het verschuldigde wisselgeld uit. Uiteraard waakt ze ervoor voldoende plakzegels uit de rol te trekken, omdat zij weet dat de klant die zometeen nauwlettend zal natellen en thuis direct het oude beschuitblik open zal trekken om ze in het juiste spaarzegelboekje te plakken en over drie jaar in te wisselen voor een set pannenlappen.
Immigrant als ik ben pin ik mijn eigen boodschappen zonder korting en ga spaarzaam stoempend de winkel uit.
12-05-2010 om 13:56 uur
:-), heel leuk geschreven, Marina!Belg zijnde, is hetgeen je beschreven hebt, voor mij 'normaal gedrag', maar het is wel grappig om het zo te lezen :-)).