Brand!
Stel, je woont op drie hoog en kunt je huis alleen in of uit via het trappenhuis. Het geval wil dat ik in een dergelijke woning verblijf. Hoewel het in theorie mogelijk en sneller zou zijn om uit het raam te springen om op straat te komen ga ik liever een paar keer per dag een stuk of vijftig treden op en weer af dan dat ik vlug op straat ben, maar vervolgens niet meer verder kan omdat mijn benen daarvoor eerst gereconstrueerd moeten worden.
Laatst vroeg ik me af wat te doen als je niet door het trappenhuis kunt. Bijvoorbeeld als er een wild beest is binnengedrongen (zie de theorie over nijlpaarden), of een onoplettende buurman zijn halve huisraad tijdelijk op de gang heeft geparkeerd, of als diezelfde buurman met zijn sigaret aan in slaap is gevallen.
Vooral het laatste geval baarde mij zorgen. Een wild beest valt te dresseren (zie mijn belevenissen met Tom), over huisraad kun je heen klimmen, maar van een vlammenzee kun je maar beter gewoon wegrennen.
Ik belde dus de brandweer om te vragen of ik in een dergelijk geval beter van het voor- of het achterbalkon kon springen. Hij raadde me beide af en droeg me in plaats daarvan op om natte handdoeken opgerold tegen de deuren te leggen en rustig op het balkon te wachten tot een van zijn collega’s me naar beneden zou halen. Ik telde dus mijn deuren en mijn handdoeken en was weer gerustgesteld.
Tot ik op een avond een schroeiende brandlucht rook. Ik inspecteerde het gas, ik keek in het trappenhuis en gluurde naar binnen bij de buren.
Niks.
Mijn buurvrouw rook het ook en we besloten alarm te slaan. Ik haalde alle vuile handdoeken uit de was, pakte mijn fotoalbums in mijn rugzak en was verrast dat ik binnen vijf minuten een grote rode auto met zwaailicht voor mijn deur zag stoppen en drie paar mannen in hittewerend pak mijn trap op kwamen gestormd.
Terwijl ze over het natte wasgoed heen stapten keken ze inspecterend in de rondte. Ze waren duidelijk beteuterd geen vlammenzee en hulpeloos spartelend meisje aan te treffen. Sterker nog: “mevrouwtje, als er brand is dan had ik dat wel geroken”. Dat ik het inderdaad rook was onvoldoende bewijs en met een blik van afkeuring over zo veel onwetendheid verlieten ze mijn huiskamer weer.
De volgende dag constateerde ik dat er een vliegje in de lamp was gecremeerd.
15-09-2005 om 15:21 uur
Helaas is de vraag natuurlijk of ze je de volgende keer nog geloven. De brandweer voelt zich misschien toch ondergewaardeerd als ze telkens als vliegenlijkschouwer voor de dag moet komen.
Aangezien je al bij Tom IV bent aangeland, ga ik er vanuit dat je de naam Jerry ook in overweging zult nemen voor een volgende muis -dat klinkt een stuk schattiger, en zo wordt je verhaal waarschijnlijk ook een stuk wreder…