Fantasie in zomerhitte

Met zijn vieren kwamen ze binnen, allemaal in gezelschap van een minimensje. Het was half twee ’s middags en de zon brandde genadeloos.

“Hoe jij hem draagt is eigenlijk wel handig”, zei het ene meisje tegen haar vriendin die de baby naar kangaroe-model in een zak aan haar buik had bevestigd. Zelf probeerde ze ondertussen met een gigantische mand met kind in de ene hand en het onderstel van een moderne kinderwagen in de andere een plekje in de tram te verwerven. Zodra ze de mand op een bank had gezet liep ze met het onderstel terug naar de rest.

“Kijk als je dit nu zo indrukt, dan kun je het opklappen”, zei het meisje met de draagzak. Wat handig. Het onderstel kon dubbelgeklapt worden. Terwijl de tram optrok en weer stilstond gingen ze even oefenen met het mechanisme. Het uitklappen ging minder soepel.

Ik probeerde een kleine inschatting te maken. De pasgeborenen waren een maand of twee oud, zo maakte ik op uit het gesprek. Hen zelf schatte ik zo begin twintig. Kenden ze elkaar al langer? Grappig, zo’n vriendinnengroepje dat in de eerste klas samen het eerste sigaretje rookt, met z’n vieren vergezeld van hun vriendjes stiekem naar de bioscoop gaat, gezamenlijk eindexamen doet, getuige is op elkaars huwelijk en dan tegelijk zwanger is.

Oh nee, ze zijn natuurlijk niet getrouwd, iets te jong daarvoor.

De mand met het kind bewoog vervaarlijk heen en weer telkens als de tram een bocht nam. Ik hield hem maar goed in de gaten, want niemand anders leek er op te letten en de jonge passagier maakte zelf ook geen geluid. Het kindje woog, zo hoorde ik, maar zeven en een halve pond. Het leek me dat er niet veel voor nodig zou zijn wilde het mobiele bed kapseizen.

Nu ze geen last hadden van hun kleine gezelschap –twee sliepen in de kinderwagen, één in de draagzak en één in de mand- ging het gesprek vrij uit.

“De mijne gaat altijd kwijlen als ik hem zo vasthoud”. “Nou dat is niks vergeleken bij die van mij, die maakt de vreemdste geluiden als ik er in knijp”. “Echt waar? Deze is altijd muisstil”.

Hobbeldebobbel, we denderden over een brug naar beneden. De buggy’s vlogen tegen de achterwand van de tram aan.

“Hoe zwaar is die van jou eigenlijk?” Toen bleek dat nummer drie wel erg klein was voor zijn leeftijd, was vriendin vier zo aardig om daar direct het positieve van in te zien: “wel mooie slanke armpjes heeft hij hoor”.

Zelf waren de dames ook weer aardig in vorm. Jammer dat ze voorlopig waarschijnlijk niet meer naar Club More konden.

“Wel warm hoor, met die zak”. Ik kon het me levendig voorstellen, het was ook zonder zak bijzonder broeierig. “Ik doe hem even af”. Niet veel later lag het draagsysteem in de hoek. Een jongeman keek terwijl hij instapte goedkeurend naar het zojuist zichtbaar geworden decolleté.

Even leek het of een oudere mevrouw zich in het gesprek wilde mengen om te zeggen welk merk brokken het voedzaamst was en waar je ze het beste kunt uitlaten. Maar de tram was alweer gestopt. Ze moesten eruit.

“Mevrouw!”, riep ik, “u vergeet wat!” Maar ze hoorden me niet en voor ik het wist waren we alweer vertrokken.


Reageer