Grasjesdag

Heel column-schrijvend Nederland zal zo onderhand wel in afwachting zijn van rokjesdag. De dag waarop de winter definitief plaats heeft gemaakt voor een zonniger seizoen. Ze zijn niet de enigen voor wie het niet snel genoeg zo ver kan zijn. Al een paar keer zag ik een meisje dat zich kennelijk in de datum vergist had al blauwbenend voorbij lopen.

Het genot van het rokjes kijken is mij even vreemd als dat van het rokjes dragen. Zonder jas naar buiten vind ik nog wel leuk, zonder broek wordt me te gortig. Maar aangezien ik ook al geen echte Paasvierder ben, of anderszins meedoe aan rites waarmee de overgang van de seizoenen gemarkeerd wordt, is mijn hang naar de zomer doorgaans als met flinke honger eten in de snackbar. Ineens is het verlangen vervuld, maar voor je het weet is ook dat weer voorbij en lijd je alweer aan knorrende maag of herfstblues.

Het wordt dus zaak op een wat welbewustere manier stil te staan bij het voorlopige vertrek van de winter, maar hoe? Nu het nooit meer vriest kan de stijging van de temperatuur tot boven nul niet meer aangegrepen worden als overgangsmoment. Iets pre-moderns als het observeren van het baltsgedrag van duiven of het bloeigedrag van krokussen verschaft mij geen betekenisvolle informatie. Het in de gaten houden van de kalender biedt dan wel een formeel aanknopingspunt, het bijbehorende gevoel van hemelsblauwelucht ontbreekt.

Wat me tot vandaag nog niet was opgevallen, is dat er zelfs voor mij wel degelijk een uitstekende manier is om de lente in te luiden. Een onmiskenbaar signaal, lente-achtig in al zijn eenvoud. Ik werd vanochtend gewekt door de geur van pasgemaaid gras met madeliefjes. De geur volgde me door Amsterdam, waar het vandaag dan wel geen rokjesdag was, maar grasjesdag toch zeker wel.


Reageer