Hup met de Roma

De Roma in Belgrado hebben het niet makkelijk, zoals zigeuners het over het algemeen nergens bijzonder comfortabel hebben. De omvang van het probleem wordt treffend geïllustreerd door het initiatief dat elf Centraal- en Oost-Europese staten hebben genomen: we bevinden ons momenteel midden in het decennium van ‘Roma-inclusion’. Niet een dag, niet één jaar, maar tien hele jaren trekken deze regeringen ervoor uit om stil te staan bij de Roma-problematiek. En om daar nog eens een schepje bovenop te doen vierde de VN vorige week haar verjaardag in Servië volledig in dezelfde stijl. Leus van de week, vrij vertaald: allen als één, hup met de Roma.

Zodoende trok ik richting een Belgradose buitenwijk waar ik mij op een betonnen schoolplein in een ontwikkelingsland waande. Geopende kinderhandjes, grote donkere ogen, “goodmorning Sir!” (niet tegen mij natuurlijk) en liedjes voor de gewichtige delegatie. De gewichtige delegatie kwam overigens gratis schoolboeken brengen. En de directrice vroeg zich af of we niet ook konden voorzien in geld voor snacks, want het vooruitzicht op regelmatig eten trok de leerlingen mogelijk meer aan dan kennis over platentectoniek en de nationale geschiedenis van een land waar ze niet eens het staatsburgerschap van hadden.

Niet dat de school geen succes was; kinderen die tot hun tiende nog geen klaslokaal van binnen hadden gezien kregen hier de kans hun achterstand bij te werken. En van degenen die de basisschool afrondden ging maar liefst 60% door naar het vervolgonderwijs. Het was reden tot vreugde. Want onder de leerlingen bevonden zich daarnaast genoeg jongens die met zeventien jaar liever op straat rondhingen dan in groep vijf. En meisjes die wel weer voldoende hadden geleerd volgens hun ouders. Of volgens hun man.

Gelukkig was ik niet echt in een afgelegen streek in de derde wereld, zodat ik ‘s avonds van de partij kon zijn bij de officiële receptie, waar donkerblauwe, glimmende auto’s ongeveer het gemeentehuis binnen probeerden te rijden, voordat de chauffeur een passagier lichter en met wapperende vlag op de neus weer wegscheurde.

Wij aten hapjes. Wij goochelden met visitekaartjes. Wij schudden honderden handen. Wij spraken wijze woorden over het belang van minderhedenpolitiek. Aanwezig waren diplomaten, ministeriële afvaardigingen, ontwikkelingsorganisaties en wat rebellen in spijkerbroek. In alles leek voorzien, op één ding na: waar bleven de Roma? Geen nood. De opmerkzame bezoeker zag dat zelfs daaraan was gedacht. Achterin de hoek speelden een accordeon en een viool. Voor de gelegenheid hadden ze de hoed op gehouden.


Reageer