Pleidooi voor verkiezingsfraude

In de Kieswet staat het zwart op wit: kiezers mogen alleen geholpen worden bij het stemmen als er sprake is van een fysieke belemmering. In mijn instructie voor stembureauleden wordt dit toegelicht: mensen die geen armen hebben of mensen die blind zijn komen in aanmerking, maar wie schrift of taal niet machtig is dient aan zijn lot overgelaten te worden.

De laatste verkiezingen leverden meer dan eens taferelen op die wij in het stemlokaal ongemakkelijk gadesloegen. Een jongeman die halverwege het keuzeproces een vriend of zijn moeder opbelt om snel te overleggen. Hele gezinnen die zich rondom de stemcomputer verdringen om elkaar bij te staan. Gesluierde vrouwen die beleefd glimlachen terwijl wij de computer voor de tweede maal vrijgeven aan de echtgenoot.

Zij hadden natuurlijk gewoon een machtiging moeten uitschrijven en konden dat desnoods ter plekke nog doen. Slechts een formaliteit en geen reden om grote consternatie te veroorzaken. Maar na een streng oordeel van de Ombudsman moet en zal de Kieswet dit jaar naar de letter worden opgevolgd. Om het toezien op de regels te vergemakkelijken krijgen we in Amsterdam een bord waar in meerdere talen op staat geschreven dat alleen een lichamelijke handicap recht geeft op assistentie.

We moeten niet te licht denken over de regels waarmee eerlijke verkiezingen zijn omgeven en daarom vind ik het terecht dat de wet weer onder de aandacht is gebracht. Toch hoop ik dat ondanks alle voorzorgsmaatregelen dat de regels op 22 november vaak gebroken zullen worden. Ten eerste omdat ze eenvoudig te omzeilen vallen: een analfabeet die voorwendt zijn bril te zijn vergeten is genoeg. Ten tweede vanwege het nare formalisme waar het strikt naleven toe leidt: we kunnen de stembureaus dan het beste inrichten met een extra tafel waar onafscheidelijke echtelieden elkaar ad hoc kunnen machtigen om alsnog gezamenlijk te mogen stemmen.

Maar het zwaarst weegt mijn derde bezwaar. Door iedereen die het Nederlands niet kan lezen feitelijk om die reden zijn stemrecht te ontzeggen wordt een grote groep Nederlanders een belangrijke democratische verworvenheid ontnomen. Er is geen enkele reden te veronderstellen dat wie de Nederlandse taal of het Latijnse schrift niet beheerst evenmin in staat is een gegronde keuze te maken voor een politieke partij. Het verbod op het inroepen van een behulpzaam assistent is een disproportionele straf. Zij worden immers wel onderworpen aan dezelfde wetten als iedereen. En de belangen van deze Nederlanders zijn onmiskenbaar even veel waard als die van Nederlandse burgers zonder diploma, zonder kinderen of zonder armen.

Recente cijfers spreken van anderhalf miljoen functioneel analfabeten in Nederland. Als het breken van de wet op die schaal volgens u niet te verdedigen valt, dan kunnen we die wet maar beter veranderen.


Reageer