Servië VIII: Kafka voor beginners

Het is niet eenvoudig bij het stadsdeelkantoor te komen. Eerst neem je de tram. Dan stap je uit en ga je een trappetje af, waarna je over een smal voetpad onder een stelsel van viaducts door wandelt, terwijl je de uitlaatgassen van voorbijrazende auto’s herkauwt. Vervolgens weer naar het bovengrondse en verder omhoog een grasveld op, via een door herhaalde voetstappen uitgesleten pad. Dan passeer je een verlopen vrouwtje dat je vraagt hoe laat het is om te testen of je haar kunt verstaan. Vijftig meter verderop moet je oversteken op een plek waar zich nog geen stuwmeer van regenwater heeft gevormd en dan via de achtertuin van de politie een smal steegje in, om zo aan de voorkant van het gebouw te belanden.

Je moet het even weten.

Hoe anders is wat je binnen aantreft. Hier is een jaar of dertig geleden een zaal gevuld met exact 1,20 meter hoge loketjes. Daarachter stempels en stapels formulieren met carbonpapier. En voor het geval je niet weet wat te doen hangen op de muur in hoofdletters gezette instructies voor het aanvragen van paspoort of rijbewijs, aangevuld met nieuwe leges, gewijzigde regelgevingen en reguleringen over dagen die gereserveerd zijn voor gehandicapten.

Het houten gymzaalbankje waar de wachtenden de uren voorbij laten kruipen hoef ik gelukkig niet te gebruiken. Ik kom me slechts even melden bij de Servische vreemdelingenpolitie. Voor dit doel heb ik mijzelf en mijn paspoort bij me.

–          “Dat kan niet.”

–          “Wat kan niet?”

–          “Onmogelijk. Zo kan ik u niet registreren.”

Maar ik ben er toch? Ik heb toch het reisdocument waar de registratie in moet komen? Het enige wat ik niet bij me heb is het identiteitsdocument van mijn oma en het bewijs dat zij een huis heeft, waarin ik momenteel verblijf.

Dat is natuurlijk precies het probleem. Steegje uit, paadje op, trappetje op en de volgende dag terug met de identiteitspapieren van mijn oma en het bewijs dat zij een huis heeft, waarin ik momenteel verblijf.

Tram in, tram uit, trap af, pad op, straat over, steeg in, deur open, loket.

–          “Ik zou me graag registreren.”

–          “Bij wie verblijft u?”

–          “Bij mijn oma.”

–          “Waar is uw oma?”

–          “Thuis.”

–          “Zonder uw oma kunnen we u niet registreren.”

Maar ik ben er toch? Ik heb toch het reisdocument waar de registratie in moet komen, het identiteitsdocument van mijn oma en het bewijs dat zij een huis heeft, waarin ik momenteel verblijf? Het enige wat ik niet bij me heb is de trouwakte van mijn ouders, mijn middelbare schooldiploma, mijn laatste loonstrookje, mijn beste vriend, mijn medisch dossier, de telefoonrekening, mijn dagboek uit 1993 en mijn oma.

–          “Maar mijn oma is oud en ziek, ze kan niet komen.”

–          “Dan heeft u een verklaring nodig van de rechtbank.”

Goed, maak daarvan: ‘…mijn dagboek uit 1993, mijn oma en een verklaring van de rechtbank.’

Ik neem plaats op het gymzaalbankje en wacht op wat het systeem beschikt.

Het systeem piept, kraakt en sputtert. Het schudt verontwaardigd het hoofd. Dan neemt het een trappetje, maakt een paadje en zet een stempel. En zegt streng: “Volgende keer absoluut een verklaring meenemen van de rechtbank!”


2 reacties op “Servië VIII: Kafka voor beginners”

  1. Toch is het niet ZOOOOOOOOOOOOOOO erg…. Ik zag geen formulieren met carbonpapier. Eh, ach, als je de andere boeken leest zie je dat in Egypte ook zo gaat en niet over de wieweetwaar plekken in deze wereld waar het slechter aan toe gaat…
    En wees blij: je hebt het echt gekregen zonder je oma erbij! Aardige mensen toch?!

  2. Oh jawel! Ik heb zelfs carbonpapier gezien!

Reageer