Slagboom

Van de zomer was er een klein opstootje op het centraal station. Vanaf mijn fiets zag ik toen vooral politieagenten, maar daar tussen bevond zich ook een televisiecamera met voor de lens een nors kijkende man die een geprint A4-tje voor zijn buik hield waar op stond: “weg met de slagboom”.

Ik keek rond. Slagboom? Geen slagboom te bekennen.

Zodra ik thuis kwam vogelde ik uit wat de ophef met de schijnbaar eenzame demonstrant te betekenen had. En zoals u waarschijnlijk weet betrof het een slagboom voor de ingang van de taxistandplaats. Terwijl in juli nog iedere toerist die vanuit Schiphol met de trein kwam als eerste beeld van Amsterdam een bescheiden reconstructie van een middelgrote Indiase stad zag -inclusief verkeerschaos, schoenenpoetsers en zes rijen dik geparkeerde taxi’s- zou het stationsplein in de nabije toekomst steeds ordelijker worden.

Nou, de slagboom is er! En wat heeft het uitgemaakt?

Ik had twee dingen verwacht. Allereerst dat er driehonderd meter van de slagboom tweederangs standplaatsen zouden ontstaan waar alle chauffeurs met een niet gepoetste auto tegen een wat lager prijsje de hele nacht door korte ritten zouden maken. Dat lijkt helaas niet het geval te zijn. Nog steeds word je voor een kort ritje categorisch geweigerd. En het lijkt soms wel alsof een rit pas als lang beschouwd wordt zodra je naar Enschede wilt.

En een tweede verwachting kwam voort uit de ervaring dat veel mensen in een kleine ruimte vaak voor geweld zorgen. Nu er beduidend minder taxi’s staan zou je verwachten dat men minder opgefokt en ruziezoekend is. Uit een evaluatierapport van vorige week blijkt inderdaad dat er minder agressie is tussen chauffeurs onderling, maar dat ze zich in plaats daarvan botvieren op de toezichthouders.

Dit alles doet bij mij langzaam maar zeker het vermoeden rijzen dat we hier te maken hebben met een hele speciale categorie mensen die elke sociale en economische wetmatigheid aan haar laars lapt. Om de een of andere reden ga ik dan liever lopen.


Reageer