Fata morgana’s

04-08-2008

Ik was gewaarschuwd: ga niet in de zomer naar Iran, het beste wat je er dan kunt doen is binnen zitten met de airco aan. Elke volgende stad die wij willen bezoeken wordt ons met een beroep op bovenstaande door de inwoners van de plaats waar we ons bevinden met klem afgeraden. Ik denk dat zij stuk voor stuk de herinnering aan de gevoelstemperatuur direct nadat je een gekoelde bus uitstapt als indicatie voor het klimaat nemen, want inmiddels ben ik dusdanig geacclimatiseerd dat het niet meer uit lijkt te maken hoe ver naar het zuiden of het oosten we zitten (hoewel we de Perzische Golf vermijden).

Dat neemt niet weg dat het zeker erg heet kan worden en dat het dragen van sjaals en jassen bij veertig graden een diep verlangen naar bergbeekjes in mij losmaakt.

Turkije II

28-02-2008

Hoewel Turkije best veel kenmerken van een welvarend westers land vertoont, is de reactie van het lichaam als bij een bezoek aan een oord met zeer gebrekkige hygiëne. De reisgenoot althans is al ruim anderhalve week zielig en zwak gezelschap. Wij gaan maar eens naar de dokter.

Waar we worden onthaald door een vrouw, gehuld in een ruim vallend, lichtgeel t-shirt met daarop geen Pluto of Donald Duck, al is het typisch een dergelijk stuk rekbare stof. Er kan niettemin geen verwarring over ontstaan: “I am a doctor”, zo stelt ze zich voor. En ze neemt ons mee naar haar kantoor voor nader onderzoek.

Turkije

04-02-2008

Naarmate we oostelijker gaan wordt het landschap steniger. Met stofwolken zoals in stripverhalen in je voetsporen, zelfs als je langzaam rondsjokt. Deze grijsheid biedt een fantastisch contrast aan de rode vlaggen die veelvuldig wapperen. En die wonderbaarlijkerwijs hun kleur behouden, terwijl onze haren in razend tempo verbleken en onze kleren een waas van stof verzamelen.

Servië VI: kokend

11-07-2007

Deze stad kookt. Zomers van gemiddeld dertig graden en straten geplaveid met asfalt laten de lucht trillen. Heel langzaam, want de lucht is zwaar van uitlaatgassen. Er rijden hier zoveel auto’s dat het voor voetgangers op plaatsen waar stoplichten ontbreken nauwelijks mogelijk is een zebrapad over te steken. Tot halverwege gaat nog, maar weinig dapper worden we vanaf daar weer naar de stoep gedreven waar we vandaan kwamen.

Wie gewend is geraakt aan het buitenland en terugkeert klaagt: het stinkt hier! Lopend over straat word je soms overvallen door de lucht van gistend vuilnis, nergens te zien, maar duidelijk in de buurt. Oksels van obers die al uren kopjes op tafel zetten zijn bedwelmend.

Picknick

08-08-2006

Op de eerste mooie zomerdag na de hittegolf lijkt het Vondelpark op een festivalterrein de morgen dat iedereen weer in zijn eigen bed ligt. Tussen lege flessen en zakken chips is hier en daar een verlept graspolletje te bespeuren. In het donker moet je je voeten voorzichtig neerzetten om te voorkomen dat je in iets zachts stapt waarvan je niet weet wat het is. En toch, zodra de zon schijnt moet je rekening houden met de windrichting om te voorkomen dat de geur van tenen in sandalen de smaak van je meegebrachte hapjes verpest.

Het Vondelpark heeft geen dubbele bodem. Het is een plaats van directe bevrediging van iedere lust. Waar van iedereen direct duidelijk is wie hij is.