Eigen daklozen eerst?

30-12-2011

‘Wat is Nederland een koud land!’, riep een niet-Nederlandse dakloze mij laatst wanhopig na. En hoewel het buiten bijna vroor, was dat niet zijn voornaamste klacht. Nog niet, tenminste. Daklozen die korter dan drie maanden in Nederland zijn, worden in de hoofdstad straks wellicht geacht ‘s nachts zelf een dak boven hun hoofd te regelen. In 2010 had slechts een kwart van de gebruikers van de winterkoudeopvang binding met Amsterdam, problematiseerde de GGD. Hoewel het totale aantal bedden in Amsterdam dat jaar niet meer dan 340 bedroeg – nog geen half procent op de totale Amsterdamse bevolking – moeten er maatregelen getroffen worden. In januari buigt de Amsterdamse gemeenteraad zich opnieuw over die strengere criteria voor winteropvang.

We vergeten voor het gemak dat juist van daklozen  te verwachten valt dat ze weinig binding met de stad of het land hebben en dat de kern van hun probleem er juist in ligt dat ze geen dak boven het hoofd kunnen regelen. Opvang is, paradoxaal genoeg, allen voor ónze dak- en thuislozen!

De verheffende kracht van Deurne

29-10-2009

Als je nooit naar Deurne gaat, moet je dan weten waar het ligt?

De Syrische vrachtwagenchauffeur die opweg naar Spaans Gibraltar in het 1600 kilometer verderop gelegen Engelse Gibraltar belandde had inderdaad beter wat basale topografische kennis kunnen hebben, dan op aanraden van zijn TomTom de verkeerde windrichting op te rijden.

Maar is een kind dat het leven doorbrengt in de stegen van tuindorpen, onder de grillige schaduwen van schotelantennes, met een leerplicht die eindigt in het schooljaar waarin het zestien wordt, geholpen met de kennis dat Deurne zich bevindt onder de rook van Eindhoven en niet tussen de Hunebedden? Met de wetenschap dat er überhaupt Hunebedden bestaan?

Solidariteit uit eigenbelang – interview met Jan Pronk

14-06-2008

“Ik ben somber over de internationale ontwikkelingen, want wereldwijde instabiliteit en geweld nemen toe. Naast uitgebuit worden tegenwoordig ook groepen mensen structureel uitgesloten. Dat is een essentieel verschil, want wie uitgebuit wordt kan knokken door te dreigen met zijn koopkracht of staking. Zo heeft de welvaartstaat zich kunnen vormen. De mens die uitgesloten wordt ontbeert daarentegen vrijwel alle middelen tot verzet, eventueel geweld uitgezonderd. Hij is alleen nog liability en geen asset.

Toch geloof ik niet dat de huidige verdeling in de wereld onomkeerbaar is. Te veel ongelijkheid zal onvermijdelijk leiden tot het besef dat we die anderen op de een of andere manier nodig hebben. En hoewel deze mensen ver van ons afstaan – buiten het systeem zelfs – zal hun protest ondersteund moeten worden door ons, de wereldwijde middenklasse die binnen het systeem vertoeft. Druk van buitenaf en protest van binnenuit zijn een effectieve aanzet tot verandering. Het apartheidregime in Zuid-Afrika kwam ten einde door een combinatie van actie van het ANC en pressie van buiten. Het duurde veertig jaar, maar de Oost-Europese regimes vielen. De Latijns-Amerikaanse dictaturen hielden twintig jaar stand en gingen toen ten onder aan druk van buiten en protest van binnenlandse dissidenten. Analytisch bezien is het verschil tussen nationale schaal en wereldschaal niet zo groot. De reactie laat alleen langer op zich wachten.

Wat verplicht ons ertoe op te komen voor het lot van de medemens in het buitenland? In de eerste plaats is er een ethisch imperatief. Dat is belangrijk, maar het geldt alleen voor diegenen die het wensen te accepteren. Verschillende mensen hebben allemaal hun eigen redenen om al dan niet solidair te willen zijn en ik vind niet dat een bepaalde ethiek opgelegd moet of kan worden. Natuurlijk schuilen er ethische overwegingen achter het vastleggen van iets als mensenrechten, maar zodra dergelijke ethiek eenmaal is geïnstitutionaliseerd, moeten we de bijbehorende waarden niet steeds opnieuw ter discussie stellen. Ik wijs dan liever en zeg: dit hier is wat we hebben afgesproken.

Ik vind daarom dat links ook aandacht moet hebben voor ratio. Welbegrepen eigenbelang kan een belangrijke grond zijn voor solidair gedrag. De ratio waar ik het over heb is anders dan de bekende ratio achter de welvaartstaat, die er vanuit gaat dat iedereen gelijke risico’s loopt en dus de kosten deelt. Op wereldschaal is dat simpelweg niet waar. Deze ratio richt zich niet meer alleen op het eigen, kleine clubje. Hij komt voort uit de perceptie dat het onverstandig is om door te gaan met mensen uitsluiten: hun reactie op hun on-bestaan kan er toe leiden dat de samenleving zélf in de problemen gaat komen. Er vindt al protest plaats tegen de tweeslachtige interpretatie van westerse waarden die enerzijds democratie preken, maar anderzijds op het internationale toneel de macht in handen willen houden; die mensenrechten propageren, maar ze ondertussen schenden omwille van homeland security. Dat ressentiment is nu misschien nog niet zo voelbaar, omdat er meer terrorisme buiten dan binnen de westerse wereld plaatsvindt. Maar vergeet niet dat men zich in Indonesië en Egypte richt op westerse doelen. Wat is onze reactie hierop? We beveiligen ons tegen aanslagen en we werpen barrières op tegen migratiestromen. Dit soort maatregelen hebben aanhoudend investering nodig, omdat ze de oorzaken niet aanpakken. Bovendien kun je je afvragen hoe verstandig ze zijn. Het is bijvoorbeeld niet zo dat alle immigratie slecht is, we hebben zelfs mensen nodig. Redeneren vanuit welbegrepen eigen belang heeft als voordeel dat het geldt voor iedereen, ongeacht levensovertuiging, en dat het onze aandacht richt op de bron van veel problemen.

Als men inziet dat het eigen belang gediend is bij een eerlijkere mondiale verdeling, dan zal men bereid zijn zich daarvoor inzetten. Ik constateer dat er in de westerse samenleving tegenwoordig een andere houding is ten opzichte van de omschrijving van het eigen belang dan vroeger. De korte termijn horizon van mensen is verlegd: het belang van ons nageslacht zien we meer dan ooit als ons persoonlijke, directe belang. Er worden politieke prioriteiten gesteld op basis van wat goed is voor toekomstige generaties, denk maar aan de huidige zorg om het klimaat. En als dit in het algemeen opgaat, dan is het een kwestie van kennis en inzicht voordat het een prioriteit wordt om ons gedrag aan te passen omwille van de levenskwaliteit van anderen, omwille van het voorkomen van internationale instabiliteit. Natuurlijk gaat het zelfs dan niet vanzelf en gedragen mensen zich nooit allemaal optimaal, maar dit idee van ratio zou in het algemeen een goed politiek uitgangspunt zijn.

Je ziet dat er voorhoedes zijn van mensen die dit al erkennen, of die het om ethische redenen belangrijk vinden om bijvoorbeeld duurzaam te consumeren. Ik geloof dat een groot aantal mensen dat spreekt over fair food en fair trade invloed kan uitoefenen op rechtvaardige liberalisering. Daarnaast is het onmiskenbaar een verantwoordelijkheid van de overheid om niet altijd te wachten tot er ergens een meerderheid voor te vinden valt onder de bevolking. Ook als de eigen bevolking nog niet zo ver is moet je stappen durven nemen vanuit jouw visie op de toekomst. Laat de overheid ons maar dwingen spaarlampen te gebruiken. Zolang ze vervolgens niet vergeet aan de burger uit te leggen waarom dat juist is. Het verleden kent genoeg voorbeelden van dit soort politiek leiderschap. Willy Brandt koos destijds voor een andere Ostpolitik, niet omdat de meerderheid van de West-Duitsers dat wilde, maar omdat hij geloofde dat het nodig was voor de vrede in Europa. Of neem Nelson Mandela. Terwijl het ANC er nog lang niet klaar voor was, stak hij de hand uit naar het apartheidregime en kreeg zijn eigen mensen uiteindelijk toch mee. Wanneer de bevolking van Nederland iets werkelijk zou weigeren te accepteren, dan stuurt ze het kabinet wel weg.

Wie zich momenteel al betrokken voelt bij de wereld moet zijn tijd misschien anders indelen. Alleen met argumenten is domheid te bestrijden. Die argumenten vorm je door tijd te nemen om problemen te bestuderen, vragen te stellen, feiten tot je door te laten dringen. En daarnaast door te proberen je in te leven in iemand die zich ontwikkelt tot een terrorist, of in anderen die geweld goedkeuren. Wanneer velen dat doen en met die kennis de macht aanspreken, dan heeft dat invloed. Er is geen parlementariër ongevoelig voor telefoontjes, sms’jes of dreigementen om over te stappen naar een andere partij.

De mogelijkheid om datgene waar ik somber over ben te keren vanuit een linkse visie liggen er dus: geen populisme, maar leiderschap, individueel activisme en ruimte voor de ratio van welbegrepen eigenbelang. Een behoorlijk sterk, gemeenschappelijk Europa past hierin. Opener dan nu en solidair met de rest van de wereld. Dat betekent onder meer een openhartiger migratiebeleid en een gemeenschappelijke Europese energiepolitiek. Ik zou Europese bevoegdheden om meer toe te kunnen zien op financiële markten toejuichen, dat komt ten goede aan de monetaire stabiliteit. Ik vind bovendien niet dat Europa het recht heeft de eigen grenzen te bepalen. We moeten iedereen omarmen die zich bewijsbaar committeert aan onze waarden, ook Turkije, ook Marokko. Maar ik schrijf het aankomende Europese verkiezingsprogramma voor de PvdA natuurlijk niet in mijn eentje. Dit komt er niet allemaal in; veel te vergaand.”

Gepubliceerd in Waterstof.